Moeten we stoppen met ‘gamificatie’?

Als onstopbare trein raast de hype der gamificaties het net over. Niet alleen komen er meer en meer critici door slechte voorbeelden van dit fenomeen. Ook zijn er mensen, met name niet-gamers, die de trein zijn ingestapt en lukraak elementen aan hun merk hebben toegevoegd die, voor hen onbewust, helemaal niets met games te maken hebben. Of ze gebruiken het om te gebruiken, waardoor gamificatie zijn doel voorbij streeft. Op Gamasutra vond ik dit artikel en het leek mij wel leuk om hem hier door te nemen. Wat zouden wij winnen bij het verliezen van de term ‘gamificatie’?

Laat ik ten eerste in ieder geval voorop stellen dat dit niets met het concept van gamificeren te maken heeft en alles met de hype én de term. Voordat de term ontstond, bestond het allang (zie bijvoorbeeld fora en ongetwijfeld ook dingen waar ik als deel van een internetgeneratie niets meer van weet). Laat ik ten tweede noemen dat ik dit schrijf vanuit het oogpunt van een gamer, niet vanuit professioneel opzicht. Verder verwijs ik je graag door naar mijn introductie voor gamificatie en de keerzijde van gamification. Vijf voorbeelden van winst die wij boeken met het verlies van gamificatie, en waar ik het mee eens ben:

  1. Geen consultants meer die stellen dat ze expert zijn op het gebied van gamificatie, maar eigenlijk zelf nog aan het ontdekken zijn. Wat hebben zij op dit moment toe te voegen? De enige echte experts zijn gamers en game designers. Zij kennen de werking en de stimuli in games (zie punt 5).
  2. Geen oplossingen uit game-elementen voor wereldwijde, complexe problemen, wanneer dit eigenlijk niet gepast is. Maar ja, af en toe moet je niet passen maar gewoon doen! Zo ook de Nederlandse Energie Maatschappij 😛 Dit komt simpelweg neer op het punt dat je niet moet gamificeren om te gamificeren.
  3. Geen geforceerde creativiteit en acties die we niet eens willen. De meesten onder ons hebben al genoeg aan het hoofd. Waarom zou je daar nog meer onnodige zaken bijvoegen? Hetzelfde geldt voor keuzestress, zoals ik al aangaf in dit artikel.
  4. Geen onduidelijk meer over de term ‘gamificatie’ en dat het weer een loyaliteitssysteem genoemd kan worden dat zich richt op korte termijn, valse loyaliteit. Hoewel ik het een fantastisch concept vind, heb ik een hekel aan de (verkeerd toegepaste) hype. Valse loyaliteit mag dan effectief werken, maar het is allesbehalve chique. Dat staat haaks op de gedachte van veel bedrijven dat gamificatie ‘chique’ is. Daar heb je de onduidelijkheid weer. Als ik jou 50G of een gouden trofee op Playstation Network mocht geven voor het lezen van deze blog post, zou je dan gaan lezen? Ja? Oké, dan werkt het misschien wel, maar als ik er de volgende keer geen spel van maak ga je gewoon naar de concurrentie. Nee? Blijkbaar heeft het spelletje dan niet eens gewerkt en heb ik je wellicht op mij laten afknappen. Beide gevallen komen veel voor, beide gevallen zijn slecht.
  5. Geen onbegrip in dat wat een gamer stimuleert om verder te spelen. Hartstikke leuk natuurlijk dat blijkbaar gedacht wordt dat wij spelen om punten te halen, of spelen om bekers te winnen of spelen om hoog in ranglijsten te staan. Belangrijker dan deze toevoegingen, is de sfeer die in een game zit. De wereld, personages, muziek, surrealistische situaties, etc. Dát is wat ons stimuleert om verder te spelen. Playstation trophies? Gaaf! Als toevoeging dan. Als ‘trophies’ het enige aspect was dat je kon spelen, zouden er dan nog veel gamers zijn? Ik denk het niet. 
Kortom, blijf bij het concept en laat je niet verwarren door interessante termen. Zelfs niet als iedereen dat doet. Het toepassen van stimuli uit games is prima, maar vergeet niet waarom je het doet en onthoud je prioriteiten.

Gebaseerd op *klik*

Reageren!