Het authentieke Bolivia

Door Bolivia en Peru wilde ik altijd al eens op reis naar Zuid-Amerika. De opsomming van de zoutvlakten van de Uyuni-woestijn, Machu Picchu, de mythe van de Inka’s, de kleurrijk geklede bevolking en het leven op zo’n hoogte heeft mij altijd al gefascineerd. Bolivia heeft in ieder geval mijn hoge verwachting en fascinatie meer dan waargemaakt.

Het begon allemaal bij de grensovergang van San Pedro de Atacama in Chili naar de Uyuni-woestijn. Het begin van een driedaagse tocht langs kleurrijke meren, enorme vlakten, flamengo’s, geisers en zoutvlakten op grote hoogten. Zo reden we van het 2400 meter hoge San Pedro naar ons eerste hostel, compleet afgelegen van de rest op een hoogte van ongeveer 5000 meter. Hier bleek wel weer dat hoogte en ik niet heel erg goed samengaan, ondanks het geobsedeerd kauwen en zuigen op cocabladeren en het drinken van veel Coca-Cola. Een paar jaar geleden had ik de heilige berg Mt. Fuji vanaf een hoogte van 3500 meter al ondergekotst, nu gebeurde hetzelfde in de Uyuni-woestijn. Het voelt alsof iemand je maag vasthoudt om het net als een handdoek uit te wringen. De omgeving was gelukkig zo mooi dat ik elke keer weer vergat dat ik eigenlijk ontzettende hoofdpijn had. De meren in verschillende kleuren, volstaand met flamengo’s zijn echt geweldig. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit mooiere meren heb gezien en dan komt daar nog bovenop dat ze omringd zijn door prachtige bergen en grote vlakten. Tijdens de rit sneeuwde het op een gegeven moment vrij hard, waardoor ik bang was dat de zoutvlakten op de laatste dag teveel water zouden bevatten waardoor je niet ver de vlakten op kunt. Dat zou toch zonde zijn. Gelukkig viel dat heel erg mee en konden we overal komen waar we wilden en konden we genieten van zowel het beroemde spiegeleffect als de eindeloze witte vlakten om perspectieffoto’s te maken. Een meer dan geslaagde tour dus.

Na al dit natuurschoon werd het tijd om de Boliviaanse steden te ontdekken. Beginnend bij Potosí op een hoogte van ongeveer 4100 meter; de hoogste stad ter wereld en het alternatief voor de legendarische gouden stad El Dorado voor de Spaanse kolonisten. Potosí ligt zo hoog dat er bijna geen begroeiing is. De stad en de epische kegelvormige erachter zijn beide oranje en dit zorgt voor een geweldig plaatje van een afstand. De stad van binnen doet daar alleen niet onder. De gebouwen rondom het centrale plaza vormen een prachtig geheel, de sfeer in de stad is geweldig en de mensen zijn hier nog zeer authentiek en gekleurd gekleed. En in Potosí doen ze dit niet net als in veel andere steden in Peru en Bolivia om de toeristen te pleasen. Sterker nog, de bevolking hier lijkt het ramptoerisme van de mijnen (waar Potosí om bekend staat) helemaal niet prettig te vinden. Deze prachtige stad heeft ook een keerzijde: de zilvermijnen. De zilvermijnen zitten allemaal in de berg Cerro Rico en hebben ervoor gezorgd dat de berg instabiel is geworden en dat de top al vele tientallen meters gezakt is. Het betreden van de mijnen kun je doen met een tour op eigen risico. Hoewel er bijna nooit iets gebeurt met toeristen kan er altijd een stuk instorten na een explosie van een dynamiet en kan je flink wat meters naar beneden vallen in de vele gaten om steeds dieper op zoek te gaan naar zilver of tin. De werkomstandigheden zijn moeilijk te omschrijven als je er niet zelf bent, maar dat mijnwerkers gemiddeld zo’n 45 jaar oud worden zegt genoeg. Foto’s met flits laten zien hoe ontzettend stoffig het overal is, buiten dat voel je je huid ontzettend smerig worden, puur tijdens lopen en je neus zit vol met zwart spul. En dat is van slechts 2 uur in de mijn. De mijnwerkers zitten er hele dagen. Alles in de mijn gebeurt er ontzettend snel. De mijnwerkers rennen snel met de karretjes op rails waar 2 ton aan materiaal in zit. Valt de kar om, dan moeten ze met planken hefbomen creëren en met z’n achten de kar weer op de rails zien te krijgen. Sommige mijnwerkers werken met drill (wat wij ook even mochten proberen), anderen werken op de ouderwetse wijze met hamer en beitel om gaten voor dynamiet te maken. Tijdens de tocht door de mijnen kruip je door hele kleine gangen waar je jezelf echt vooruit moet trekken om er doorheen te komen. En dan ben ik nog een vrij klein persoon. Daarnaast klim je langs enorm instabiele ladders vele meters naar beneden in het donker. Het is een indrukwekkende ervaring die je absoluut niet mag missen als je Potosí bezoekt.

De tweede stad in Bolivia was Sucre, dat bekend staat om zijn witte historische centrum. Het was inderdaad wit, maar was zo klein dat je er na een hele korte wandeling wel al weer klaar mee bent. Met als hoogtepunt het uitzicht vanaf Recoletta en het grote dinospeeltuin met glijbanen van reusachtige brachiosaurussen was Sucre toch absoluut een must-see in Bolivia.

Andere plaatsen waren het kleine en groene Samaipata met de nabije inca ruïnes El fuerte (heel tof trouwens), het saaie en “moderne” Santa Cruz en Cochabamba; de stad die claimt de grootste Cristo ter wereld te hebben.

Het einde in Bolivia bestond uit La Paz en het Titicacameer. La Paz is door de vele marktjes een hele leuke stad om doorheen te lopen. Het uitzicht is ook helemaal mooi, maar daar blijft het dan ook bij. De stad heeft verder namelijk bijna niets te bieden. De regio rondom La Paz is echter prachtig. De beste manier om dit te zien is door te mountainbiken op de beruchte Death Road. Het is niet moeilijk om te gokken waarom deze weg zo heet. Het is een off-road weg van La Paz naar het Amazonegebied van Bolivia die op sommige plaatsen nauwelijks breed genoeg is voor een bus, met haarscherpe bochten en kliffen van 600 meter diep waar je recht inkijkt als je je hoofd naar links draait. Vele mensen zijn hier gestorven en dat zie je aan de vele kruizen die langs de weg staan. De toeristen die tijdens deze tour op de fiets de kliffen afgereden zijn hebben een steen waar in eigen taal een afscheid geschreven staat. Dit zijn blijkbaar meestal meisjes die hun vriend probeerden bij te houden. Die vriend wil dan meestal indruk maken en probeert de gids bij te houden. Vrij triest dus. De omschrijving klinkt enger dan het is, maar de risico’s moeten niet worden onderschat.

Het Titicacameer is het hoogst gelegen meer ter wereld, maar ziet er natuurlijk gewoon uit als een normaal meer met bergen erin. Zo heb je Isla del Sol op zo’n 4100 meter. Een prachtig eiland waar je mooi op kunt wandelen met goede uitzichten op besneeuwde bergen in de verte en ruïnes op het eiland waar de zon vandaan komt volgens de Inka’s.

Dit lange verhaal laat zien dat Bolivia inderdaad veel indruk op mij heeft gemaakt. Niet zoveel variatie als Argentinië maar absoluut niet minder. In Peru gaat de zoektocht naar de Inka weer verder en ik hoop dat het het niveau van Bolivia ook kan halen.

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/960/34461424/files/2015/01/img_0411.jpg

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/960/34461424/files/2015/01/img_0413.jpg

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/960/34461424/files/2015/01/img_0414.jpg

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/960/34461424/files/2015/01/img_0412.jpg

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/960/34461424/files/2015/01/img_0410.png

/home/wpcom/public_html/wp-content/blogs.dir/960/34461424/files/2015/01/img_0363.jpg

3 gedachtes over “Het authentieke Bolivia

  1. Erg leuk verhaal Jef, niet voor niets dat ook bij ons Bolivia en Peru al jarenlang hoog op ons lijstje staan. De foto’s zijn overigens werkelijk prachtig, ik ben benieuwd naar de rest.

    Like

  2. Wauw..wat een mooie foto’s weer. Het verhaal was weer geweldig om te lezen. Moest wel even lachen dat jij op de cocabladeren moest kauwen. Maar ik begrijp dat je dat daar wel nodig hebt om nog een beetje op de been te blijven. Veel plezier nog en hou ons op de hoogte. Ik kijk echt uit naar je blogs. Zo leuk om te lezen!

    Like

Reageren!